ProTeam Wintervet of broze botten? Lotto Soudal-renners onder de Dexa-scan.

Wim Van Hoolst, coach bij Energy Lab, licht het belang van deze test toe.
Algemeen 05 januari 2021

In de opbouw naar elk nieuw wielerseizoen ondergaan de Lotto Soudal-renners steevast een reeks medische tests. Daaronder ook de Dexa-scan (Dual-Energy X-ray Absorptiometry ), een screening waaraan de renners meerdere keren per jaar worden onderworpen en die een schat aan informatie oplevert om de prestaties van de Lotto Soudal-renners te optimaliseren. Wim Van Hoolst, coach bij Energy Lab, licht het belang van deze scan toe.

Wat is een Dexa-scan precies?

“Een Dexa-scanner is een toestel waar de renners onder gaan liggen in koerskledij of sportoutfit. Gedurende een tiental minuten wordt de renner van kop tot teen gescand via een laser die aan de hand van röntgenstralingen een analyse maakt van de lichaamssamenstelling. Zo krijgen we op een zeer korte tijdspanne een erg uitgebreid beeld van de atleet. Daarnaast levert de Dexa-scan ook iedere keer opnieuw de juiste waarden op. Het is een gouden standaard voor de bepaling van de lichaamssamenstelling”, vertelt Wim Van Hoolst.

Wat is het doel van een Dexa-scan?

Een Dexa-scan geeft een inzicht in drie belangrijke waarden waarmee verder aan de slag wordt gegaan om trainings- en voedingsschema’s aan te passen en op die manier de prestaties van de renner te optimaliseren.

Vetmassa

Wim Van Hoolst: “Eerst en vooral is er de vetmassa die tot op de gram nauwkeurig wordt gemeten. Dit is het aantal kilo’s vet dat zich in het lichaam bevindt. Zo is het voor een topsporter nadelig om tijdens de winterperiode een vetpercentage hoger dan tien procent te hebben. Het kost echter energie om deze vetmassa opnieuw kwijt te spelen, en die energie is net wat de renners tijdens de trainingen vanaf midden december hard nodig hebben. Dan wordt namelijk de trainingsintensiteit en het volume stevig opgedreven. Van belang is dat de energievoorraad steeds voldoende wordt aangevuld om de volgende dag opnieuw een kwalitatieve training te kunnen afwerken. Indien je tijdens die periode nog gewicht moet verliezen, creëer je een negatieve energiebalans, wat dan weer nefast is voor het herstel.” 

“Qua bovengrens is tien procent een goed richtcijfer, maar ook renners met een te laag vetpercentage worden van dichtbij opgevolgd. Een te lage waarde zorgt namelijk ook voor een negatieve impact op het herstelvermogen, omdat hormonen zoals testosteron – die de recuperatie bevorderen – net worden aangemaakt door vetten. De resultaten van deze Dexa-scans  worden dan ook steeds doorgestuurd naar Damien Pauquet, de diëtist van het Lotto Soudal-team. Hij gaat aan de slag met de resultaten en stelt voedingsschema’s op naargelang het rennersprofiel.”  

Magere massa

“Een tweede belangrijke waarde is de magere massa, wat zoveel betekent als het actieve weefsel dat zich in het lichaam bevindt.  Die parameter geeft ons een mooi overzicht van  de massa spieren in het lichaam. Op die manier kan bijvoorbeeld de impact van krachttraining geëvalueerd worden. Ook in functie van revalidatie is dit een waardevolle parameter. Aangezien de scan ook eventuele links-rechts verschillen aantoont, kan de revalidatie van een blessure die zich aan één specifieke kant van het lichaam bevindt, ook nauwgezet worden opgevolgd. Daar waar voedingsschema’s vroeger werden opgesteld aan de hand van lichaamsgewicht, gebeurt dit nu vooral op basis van de magere massa”, gaat Wim Van Hoolst verder.

Botmassa en botdichtheid

“Als laatste belangrijke waarde is er de botmassa en botdichtheid, een parameter die de sterkte van de botten aantoont. Wielrennen is – met uitzondering van valpartijen uiteraard – een sport waarbij de botten minimaal worden belast. Bij renners met broze botten en met weinig spierweefsel rond de botten is de kans op breuken bij een valpartij dan ook meteen veel hoger. Daarom worden renners waarbij de botdichtheid eerder laag is, aanbevolen om extra krachttraining in te lassen, aan alternatieve sporten te doen of supplementen in te nemen”, besluit Wim Van Hoolst.